Systemen
Wanneer je serieus gaat trainen ga je verschillende systemen in je lichaam optimaliseren.
Grofweg gaat het dan om de volgende systemen:
- Vetverbranding
- Koolhydraten verbranding
- Zuurstofopname capaciteit
- Anaerobe verbranding
Deze systemen train je in verschillende zogenaamde zones. Bij een powermeter spreken we doorgaans over 7 zones.
Zones
In de verschillende zones train je de verschillende systemen in je lichaam.
De belangrijkste zones om te trainen zijn uiteindelijk zone 2 en zone 5 en zone 1 gebruik je om tijdens de trainingen te herstellen. De overige zones zijn zeker ook van belang, maar min of meer ondergeschikt aan zone 2 en 5. Waarom zijn deze twee zones zo belangrijk?
Zone 2
In zone 2 train je de vetverbranding. Je lichaam heeft heel veel ver in de spieren opgeslagen en is als het ware oneindig voorradig. In je spieren zijn ook koolhydraten opgeslagen, maar als je deze niet aanvult ben je na zo'n 3 kwartier door die voorraad heen. Die voorraad is dus zeer beperkt. Door de vetverbranding in zone 2 goed te trainen worden je spieren steeds efficiënter om vet te verbranden en hoef je minder koolhydraten te verbranden (de mitochondriën, de energie fabriekjes in je spieren worden effectiever). Let op! In deze vetverbranding zone verbrand je zo'n 65% vet, maar ook zo'n 35% koolhydraten! Door veel in deze zone te trainen kan dat verschuiven zodat je minder koolhydraten hoeft te verbranden, zodat je deze spaart voor wanneer je ze het meest nodig hebt.
Door in zone 2 te trainen verbeter je ook nog eens de zuurstofopname capaciteit. Zuurstof doe nodig is voor de verbranding van vet en koolhydraten! Een supergoede zone dus om in te trainen! Met Zone 2 trainingen leg je feitelijk de basis voor alle overige trainingen.
Zone 5
In zone 5 train je de maximale zuurstofopname capaciteit. Door deze capaciteit te vergroten kunnen vert en koolhydraten beter en makkelijker verbranden. Daarnaast leert je lichaam omgaan met verhoogde lactaat waarden in je bloed, waardoor je langer in de verzuring kunt rijden en je sneller het lactaat kunt afbreken.
Zone 3
In zone 3 gebruik je minder vet en wat met koolhydraten. Eigenlijk een grijze training waarbij je van alles wat doet. Omdat je niet specifiek een bepaald systeem traint, is het raadzaam deze zone minder te gebruiken. Toch moet je ook deze zone af en toe trainen omdat je in een groepsrit of bergop regelmatig in deze zone rijdt. Je lichaam is door dit te trainen gewend aan deze inspanning. Je hoeft hier echter niet veel in te trainen.
Zone 4
In zone 5 rijd bijna helemaal op koolhydraat verbranding en ben je niet in staat alle gevormde lactaat af te voeren. Je lichaam leert lactaat te verwerken en op een hoge intensiteit te werken, zodat je hard rijden langer kan volhouden. Ook voor deze zone geldt dat je deze niet heel veel hoeft te trainen, maar je lichaam moet zeker gewend zijn aan deze intensiteit, omdat bij bijvoorbeeld kopwerk, bergop, gaatjes dichtrijden etc. Je wel voor een deel in deze zone zult rijden. Vaak train je deze zone naarmate het (wedstrijd)seizoen nadert.
Zone 6
In deze zone train je puur het anaerobe systeem op een super hoge intensiteit. Dat wil zeggen dat je verbranding zonder zuurstof stimuleert om kortstondige zware inspanningen te kunnen leveren. Deze zone is vooral voor wedstrijd renners belangrijk.
Zone 7
Deze zone train je anaerobe sprints. Wederom belangrijk voor wedstrijd renners.
In de afbeelding met zones lees je op hoeveel % van je FTP je de training rijdt en hoe de zone aan moet voelen.
FTP
Uitgangspunt voor de 7 zones is je Functional Threshold Power (FTP). Dit is theoretisch het aantal watt s avonds dat je een uur lang zou kunnen fietsen. (In de praktijk is dat vaak niet haalbaar)
Je FTP kun je bepalen aan de hand van een test. De meest gebruikte is de 20 minuten test:
- 15 minuten inrijden
- 5 minuten volle bak rijden
- 10 minuten uitrijden
- 20 minuten zo hard rijden dat je de 20 minuten net vol kunt maken
- 15 uitrijden
95% Van het gemiddelde wattage van het 20 minuten blok is je FTP
Omdat deze test lastig is voor minder ervaren renners, omdat het moeilijk is in te schatten hoe hard je kunt rijden over de 20 minuten, is er ook een makkelijker FTPtest; de ramptest:
- 5 min inrijden zone 2
- 1 min zone 3 + 1 min zone 4
- 5 min zone 2
- 1 min zone 3 + 1 min zone 4
- 5 min zone 2
- 1 min zone 3 + 1 min zone 4
- 5 min zone 2 met 2 x 8 sec sprint met klein verzet en hoge cadans
- 5 min zone 2
- Ramptest:
- Start op 100 watt voor 1 minuut
- Elke minuut het wattage verhogen met 20 watt
Het wattage van laatste minuut die je volledig uitrijdt is de basis voor je FTP. 75% van dit wattage is je FTP. Voor sprinters types kan deze test iets onnauwkeuriger zijn omdat sommigen wat langer door de verzuring (anaeroob) heen kunnen trappen. Maar doorgaans geeft ook deze test een goed resultaat.

